Recept deense kaneelbroodjes

Soms is er niets gezelliger dan de geur van versgebakken kaneelbroodjes die zich langzaam door het huis verspreidt. Zeker op koude dagen is het zo’n geur die je meteen in de feeststemming brengt. Ik wilde dit recept al een tijdje met jullie delen – een Deense klassieker die hier thuis inmiddels favoriet is geworden. Dankzij jullie tips en variaties heb ik mijn ultieme versie kunnen samenstellen. In dit blog deel ik graag het recept kaneelbroodjes met jullie, zodat ook jouw keuken straks ruikt naar warmte, gezelligheid en een vleugje kaneel.

Kaneelbroodjes

Tijdens een prachtige vakantieweek in oktober op het Deense eiland Funen raakte ik geïnspireerd door de geur en smaak van versgebakken kaneelbroodjes. Terug thuis vroeg ik via Instagram om jullie favoriete recept, en wat een reacties kwamen daarop! Willemien was zo attent om een authentiek Deens recept te vertalen en bij mij in de brievenbus te doen. Johanneke deelde een versie van haar schoonmoeder Hendrika. Wat ontzettend lief. Toen ik de recepten naast elkaar legde, zag ik dat ze opvallend veel overeenkomsten hadden. Door de mooiste elementen te combineren, ontstond dit heerlijke recept kaneelbroodjes die ik nu graag met jullie deel.

(lees verder onder de foto’s)

Tip: Opzoek naar nog meer makkelijke, gezonde en snelle recepten? Kijk dan ook eens op deze pagina

Recept kanaalbroodjes

Als de broodjes geslaagd zouden zijn, had ik beloofd om het recept met jullie te delen. Geslaagd zijn ze zeker! Dit recept van kaneelbroodjes is voor ongeveer 25 broodjes.

Wat heb je nodig om de deense kaneelbroodjes te maken:

• 750 gram bloem
• 500 ml volle melk
• 3 zakjes (a 7 gram) gist
• 125 gram gezouten roomboter
• 100 gram lichtbruine basterd suiker
• 2 theelepels kardemompoeder
• snuf zout

We gaan aan de slag met het maken van de kaneelbroodjes

Verwarm de melk in een steelpannetje tot deze lauwwarm is. Zet het vuur uit en voeg de gist toe. Roer rustig door tot de gist volledig is opgelost. Giet de melk in een grote kom en voeg de zachte boter, suiker, kardemom en een snufje zout toe. Voeg vervolgens beetje bij beetje het meel toe, totdat er een stevig, samenhangend deeg ontstaat dat niet meer aan je handen plakt. Leg het deeg in een schone kom, dek af met een vochtige theedoek en laat het ongeveer 15 minuten rijzen op een warme plek, bijvoorbeeld naast de verwarming. In de tussentijd kun je het kaneelmengsel maken waarmee je straks het deeg insmeert.

Welke ingredienten heb je nodig voor de vulling van de kaneelbroodjes

• 125 gram roomboter
• 100 gram lichtbruine basterdsuiker
• 3 kleine eetlepels kaneel

Smelt de roomboter langzaam in een steelpannetje op laag vuur. Voeg vervolgens de suiker en kaneel toe en roer goed door. Laat het mengsel daarna iets afkoelen, zodat het een smeerbare dikte krijgt.

Na 15 minuten is het deeg mooi gerezen. Bestuif het aanrecht met een beetje bloem en leg de deegbol erop. Verdeel het deeg in twee gelijke stukken en leg één helft even opzij.

Rol het eerste deel uit tot een rechthoek van ongeveer 30 bij 40 centimeter. Verdeel de helft van het kaneelmengsel gelijkmatig over het deeg, maar laat de laatste paar centimeter aan één van de smalle zijden vrij – dat helpt straks bij het dichtrollen. Rol het deeg strak op vanaf de smalle kant (30 cm).

Snijd de deegrol in plakken van ongeveer 2 centimeter dik. Leg de rolletjes met wat tussenruimte op een met bakpapier beklede bakplaat.

Dek de bakplaat af met een vochtige theedoek en laat de rolletjes nog 30 minuten rijzen op een warme plek. Deze tweede rijs zorgt ervoor dat ze straks heerlijk zacht en luchtig worden.

Verwarm de oven voor op 180 graden. Als je slakken nog eens mooi gerezen zijn smeer je ze in met:

• een losgeklopt eigeel,
• eetlepel melk
• en snuf zout

Klop alle ingrediënten voor het glazuur goed door elkaar. Bestrijk de gerezen kaneelrolletjes royaal met het mengsel. Bak ze vervolgens in een voorverwarmde oven op 200 °C (boven- en onderwarmte) gedurende ongeveer 16 minuten, tot ze goudbruin en gaar zijn.

Laat de broodjes even afkoelen op een rooster. Meng intussen poedersuiker met een klein beetje water tot een glad glazuur en drizzle dit als finishing touch over de afgekoelde slakken.

Tijd om te genieten – vers, warm en heerlijk zoet!

Liefs Wimke